Samenwerken aan veilig gebruik van diergeneesmiddelen
Bij ieder diergeneesmiddel is het mogelijk dat er bijwerkingen optreden. Deze bijwerkingen worden continu bijgehouden en gemonitord. Dat proces heet farmacovigilantie.
Registratie
Elk diergeneesmiddel moet uitgebreid onderzocht worden op kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid. Deze onderzoeken worden beoordeeld door de overheid. De overheid besluit of het diergeneesmiddel een positieve risico-baten balans heeft. Als dat zo is wordt het diergeneesmiddel toegelaten (oftewel “geregistreerd”) en kan het door dierenartsen worden voorgeschreven. Bijwerkingen die tijdens deze registratie-onderzoeken zijn waargenomen, worden vermeld op de bijsluiter.
De risico-baten balans na registratie
Het is niet uit te sluiten dat er nadat het diergeneesmiddel is geregistreerd onverwacht nog andere bijwerkingen optreden. Dit kan diverse oorzaken hebben, zoals interacties met andere diergeneesmiddelen of een overgevoeligheid bij bepaalde rassen, zoals die voor ivermectine bij sommige Collies (en enkele andere hondenrassen).
Het is dus van belang dat na registratie van een diergeneesmiddel de mogelijke bijwerkingen worden verzameld en beoordeeld. Soms is in individuele gevallen niet duidelijk of de negatieve effecten door een diergeneesmiddel zijn veroorzaakt. Maar door het verzamelen van gegevens van alle gemelde gevallen is ontstaat wel een duidelijk beeld als dezelfde bijwerking herhaaldelijk wordt gemeld. De overheid verzamelt en beoordeelt al deze gegevens. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat de bijsluiter van een diergeneesmiddel wordt aangepast.
Farmacovigilantie is belangrijk… ook voor u!
Farmacovigilantie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de diereigenaar, de dierenarts, de fabrikant en de overheid.
Door middel van farmacovigilantie is het mogelijk een zo goed mogelijk beeld te houden van de kwaliteit, effectiviteit en veiligheid van een diergeneesmiddel. Daardoor kan het diergeneesmiddel op de beste manier worden ingezet. Iedereen heeft baat bij het juist inzetten van diergeneesmiddelen; zowel het dier, de diereigenaar, de dierenarts als de fabrikant.
Vermoedt u dat uw dier mogelijk een bijwerking vertoont?
Overleg met uw dierenarts. Uw dierenarts kan uw dier helpen. Ook kan uw dierenarts met u bekijken of er sprake is van een mogelijke bijwerking, of dat er iets anders aan de hand is. Als er twijfel is of het een bijwerking is, is het ook de moeite waard te melden.
In de meeste gevallen is het de dierenarts die de mogelijke bijwerking meldt. Zo kan er goed informatie over de gebeurtenissen en bevindingen worden verzameld. Eventueel kan er nog extra onderzoek gedaan worden om meer duidelijkheid te krijgen. Hoe meer informatie wordt verzameld, hoe beter er beoordeeld kan worden of er sprake is van een bijwerking.
Hoe melden?
Een mogelijke bijwerking kan worden gemeld bij de overheid of bij de fabrikant.
Om tot een acurate database te komen worden meldingen onderling uitgewisseld tussen overheid en de fabrikant, op basis van een wettelijke verplichting.
Indien noodzakelijk worden uw gegevens daarvoor in de database opgenomen.
Persoonsgegevens worden alleen met derden gedeeld, of geanonimiseerd met de overheid gedeeld, wanneer dat voor afhandeling van de melding noodzakelijk is of indien daarvoor een wettelijke noodzaak is.
Uw persoonsgegevens worden daarbij verwerkt op basis van het gerechtvaardigd belang van MSD om de veiligheid en effectiviteit van diergeneesmiddelen te kunnen garanderen.
De gegevens in de database en de brongegevens worden voor onbepaalde tijd bewaard (ten minste 10 jaar).
Lees hieronder ons volledige privacy beleid en/of meld een mogelijke bijwerking over een diergeneesmiddel van MSD Animal Health
BE-NON-241000006