Vaccineren met de naald
Vaccineer op de juiste plaats
Benader het varken rustig van boven of van achteren. Til biggen eventueel op om het vaccin toe te dienen. Injecteer het vaccin op de juiste plaats in de spier en op de juiste manier:
Links. Vaccineer in de hals, achter het oor. (zie rode stip).
Rechts. Vaccineer loodrecht (niet schuin!) op de huid en voorkom vaccinatie richting de kop.
Bepaal de lengte van de naald
Bepaal de lengte van de naald op basis van de leeftijd van het varken. Onderstaand schema is een handleiding welke naaldlengte en -dikte bij de verschillende diergroepen gebruikt moet worden. Gebruik bij elke toom een nieuwe naald, om overdracht van infectieziekten te voorkomen en pijn bij vaccinatie en schade aan het vlees te voorkomen.
Karen van Neste
Onze dierenarts Karen van Neste bezoekt wekelijks verschillende varkensbedrijven en dierenartsenpraktijken. Ze adviseert en begeleidt bij het kiezen van een juiste vaccinatiestrategie en heeft hieronder een aantal tips voor u verzameld.
VACCINATIETIPS
• Dien een vaccin liefst op lichaamstemperatuur en tenminste op kamertemperatuur toe. Wist u dat dit helpt bijwerkingen te verminderen? Dit geldt zowel voor vaccinatie met als zonder naald. Warm het vaccin daarom op, bijvoorbeeld in een emmer warm water (let op: maximale watertemperatuur 40°C).
• Schaf een waterthermometer aan om de temperatuur te kunnen meten. Bij vaccinatiebegeleiding door MSD Animal Health krijgt u zo’n thermometer cadeau.
• Bewaar vaccins donker en koel bij 2-8°C. Het bewaaradvies voor het oplosmiddel vindt u op de verpakking.
• Reken vooraf het juiste aantal doseringen uit zodat je niet teveel vaccin uit de koelkast haalt en klaarmaakt voor gebruik. Na het opwarmen, oplossen of aanprikken is een vaccin nog maar beperkt houdbaar.
• Voorkom besmetting via de naald. Zorg ervoor dat u tenminste na elke toom de naald verwisselt of vaccineer naaldloos.
• Neem de juiste naald, als u mét naald vaccineert. Voor biggen minder dan 5 kilo is een naald van 13 mm en 0,8 mm dikte een goed formaat. Zie de tabel hierboven voor de gewenste naaldgrootte.
• Vaccineer een big pas als zijn afweer voldoende ontwikkeld is. Meestal is dat vanaf 14 dagen leeftijd. Per ziekte verschilt het optimale moment. Dit hangt onder andere af van de afweer die een big van de zeug meekrijgt. Deze maternale afweer kan een vaccinatie verstoren. Overleg bij twijfel met uw dierenarts of neem contact op met MSD Animal Health.
• Vaccineer alleen gezonde dieren. Alleen dan is het afweersysteem van het dier goed in staat op de vaccinatie te reageren.
• Los levend vaccin met zorg op. Steek een extra naaldje in de dop van het oplosmiddel om onderdruk in het flesje te voorkomen.
• Lees voor het eerste gebruik de bijsluiter van een vaccin. Op de bijsluiter vindt u bijvoorbeeld informatie over een correcte toediening, de beschermingsduur van een vaccin en over de resultaten die u mag verwachten.
• Wilt u vaccins mengen? Let dan op: lang niet alle vaccins kunnen gemengd worden. Check de bijsluiter of raadpleeg uw dierenarts.